Mens, je wordt toch tegenwoordig een brok sjagerijn
Wat je al niet leest over dieten en de lijn
Hartvervetting, vaatvernauwing en chlolesterol
Dan heb je al gegeten, heb je je buik al vol
En dan kijk je in de spiegel, maar hoe je 't wend of keert
Je vind jezelf opeens een hobbezak, een molenpeerd
Zenuwachtig staar je naar die grote, dikke kont
Dat is opzich al erg, maar 't blijkt ook nog ongezond
Dus, ga je rennen voor je leven, trimmen in 't bos
Desnoods loop je nog honderd meter horden
Hollen, joggen, zweten, alle spieren los
Dat lijf, daar hoop je honderd mee te worden
Zo trekken we ten strijde tegen 't overtollig vet
Van gymnastiek naar aerobic, en daarna jazzballet
Weg met de onderkin, en het lubbervel
Op naar 't lijf van een fotomodel
Bestond er maar een pil, een lintworm of een superman
Die ons in een dag kon veranderen in een slanke den
Bestond er maar een slagroomtaart, zonder een calorie
Dan was 't leven voor een dikkerd heus zo slecht nog niet
Ach, laat maar, wij zijn 't goed zat
Dat lijnen en dieten, we eten ons te barsten volle borden
Kroketten en patat, al zijn we doorgezeten
Of zouden we d'r ongezond van worden
Ze zeggen: In de hemel is geen boter, koek en bier
Wat zouden we dan moeilijk doen, we eten lekker hier
Oliebollen, speklappen met jus
Wij zijn dik tevreden, we leven nu
Ik doe heel vaak een sherrykuur, dat scheelt alweer een hap
'k Heb een fobie voor liften, dus ik neem altijd de trap
Voorts ben ik een zenuwpees, ik vreet mezelf op
Dan krijg je al vanzelf niet gauw zo'n dikke, ronde kop
Daarbij; dik of dun, 't zit vaak in je gestel
En een heel klein beetje dik, ja, dat staat me wel
Maar, al te opgeblazen of al te uitgerekt
Da's bij mij ook geen gezicht, dan loop je toch voor gek
Maar toch, wij gaan door dik en dun voor een ideaal figuur
We willen kunnen springen, kunnen dansen
Voor ons geen vette happen, maar alles puur natuur
Je zult ons nooit zo ordinair zien schransen
Maar wij krijgen geen griepje bij het eerste zuchtje wind
Wij leven en genieten, wij zijn altijd goedgezind
Om zo gezond als een vis te zijn
Willen we niet leven als een konijn
O nee, wij komen niets te kort. Een cracker op je bord
Kan met een blaadje sla ook lekker smaken
Maar, eten is een sport waarvan je vrolijk wordt
Ook al gaan je botten d'r van kraken
Ach, er is ook altijd nog die gulden middenweg
Geen boter op je brood maar wel een dikke laag beleg
De ene valt af en de andere komt aan
Laat iedereen nou z'n gang maar gaan
Belangrijk in je leven, is een beetje lol en gein
Uiteind'lijk word je toch een keer gehaald door Magere Hein
En 't gaat niet om de kwantiteit, maar kwaliteit van 't leven
Dus, laten we elkaar toch vooral de ruimte geven
Laten we elkaar toch vooral de ruimte geven