Oh Benny, oh Benny, ik ben niet bij je weg te slaan
Oh Nana, oh Nana, daarom fluister ik zacht jouw naam
Jij hebt een stem, zo mooi dat het haast ongewoon is
Jij bent een Griekse god, zo'n bink, o zo'n adonis
Ja Nana, ja Nana, jouw naam is wereldwijd bekend
Oh Benny, oh Benny, jij bent toch zo'n charmante vent
Ik had allang mijn hart verpand
Aan mij? Aan griekenland
Z'n witte dorpen, blauwe zeeen en z'n gouden strand
Wij hebben iets gemeen, dat is uniek
Wij zijn beiden dol op de Griekse muziek
In natte, boeren kielen, dansen wij hier de sirtaki's
Met een glaassie rouso, in de bars en louge zaakies
Samen pierenwaaien, op Corvu, Kreta of Kos
Kleddernatte haardos, blousie met een knoopie los
Oh Benny, oh Benny, ik neem jou mee over de grens
Nee Nana, nee Nana, want ik barst hier al van de fans
Ach Benny, doe nou niet zo in de contramine
Als duo kunnen wij miljoenen gaan verdienen
Nee Nana, nee Nana, ik heb in Holland werk zat
Nou Benny, toe Benny, is dat niet ietwat overschat
Ik zing in zalen van tweeduizend man
Da's ook een keer per jaar
'k Heb platina- en gouden platen
'k Heb 't prima voor elkaar
Maar wij hebben iets gemeen, hebben een band
't Is onze passie voor 't mooie Griekenland
Ja, duimen draaien in de baaien, in je korte broekie
Happen in souflaki's, bij de klank van een bouzouki
Gossiemijne, samen een daggie naar d'Acropolis
Pappa, mamma, opoe, roept dat 't te lopen is
Oh Benny, oh Benny, wij vormen toch zo'n enig stel
Oh Nana, toe Nana, trek nou bij mij niet aan de bel
Al beloof jij me gouden bergen (Nog veel meer) of heel je hart
Heus, ik ga veel liever solo, echt, ik zing liever apart
Ik kwam helemaal voor jou naar Nederland
'k Heb mijn emoties niet meer langer in de hand
De borden, kop en schotels, 'k gooi voor jou 't servies aan duigen
Nana, hou nou op, want ik ben niet te overtuigen
Brokken, stukken, scherven, 'k mieter alles op 't terrassie
Nana, pas toch op, 'k heb zo de scheuren in m'n jassie
Dan pleur ik ook de glaasies en de vaassies voor je voeten
Nana, ik ga echt niet met je mee, al zou ik moeten
Ach, Benny, domme jongen, ben je niet wat eigenwijs
En, wat als ik niet wil? Dan ga ik wel met Rob de Nijs