Tineke Schouten - Ka, geef de pot es an

Mijn naam is Zuster Pots, en van voren heet ik Ka
Kom ik op zaal, dan zie je ze al schrikken
In de ene hand de steek en in de andere de spuit
Waarmee ik ze elke dag zo'n keer of twee mot prikken
Ik weet nog goed, een ouwe heer die schreeuwde moord en brand
Toen ik hem voor het eerst moest injecteren
Wat had ik toen de zenuwen, wat bibberde m'n hand
Maar ik riep: "Op een ouwe fiets mot je 't leren"
En kom ik nu op zaal dan zing' ze allemaal:

refren':
Ka, Ka, Ka, geef de pot 'es an
Schiet eens even op, 'k heb hoge nood, 'k heb hoge nood
Ka, Ka, Ka, geef de pot 'es an
Ik zit al uren met de billen bloot
Wat loop je toch te lachen en te lallen
Heb je soms de steek weer laten vallen
Ka, pak een dweil, een soppie en een teil
En ruim subiet die rotzooi van 't zeil

Als hoofd van de verpleegsters deel ik hier de lakens uut
De bedden mott'n we 's morgens eerst verschonen
Daarna de ontbijten, koppie thee met een beschuut
Da's racen, maar ik raak nooit in de bonen
't Wassen van patienten vind ik 't fijnste van de dag
Je kunt dan ondertussen samen praten
Daarna roep ik dat iedereen van mij de pot op mag
Dan is de hele zaal in alle staten
Want kom ik dan op zaal, dan zing' ze allemaal

refren'

"Daar gaat 'ie nog een keertje"

Ka, Ka, Ka, geef de pot 'es an (polineese)
Schiet eens even op, 'k heb hoge nood, 'k heb hoge nood
Ka, Ka, Ka, geef de pot 'es an (ik zit al)
Ik zit al uren met de billen bloot (kan ik zien, ja)
Wat loop je toch te lachen en te lallen (heb je soms)
Heb je soms de steek weer laten vallen
Ka, pak een dweil, een soppie en een teil
En ruim subiet die rotzooi van 't zeil

De pot van Ka Pots is kapot